Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

maandag, november 21, 2016

Ordeverstoring

Disruptive is een term uit de economie. Volledig luidt het begrip disruptive innovation. Het staat, eenvoudig gezegd, voor het op zijn kop zetten van markten. Het begrip bestaat net twintig jaar, maar het verschijnsel bestaat sinds mensenheugenis. Het gaat om verandering die dichtbij komt, die je dwingt om positie te kiezen.

Een bekend voorbeeld is Wikipedia, het vrijwilligersproject dat de papieren encyclopedie overbodig maakte. Of Uber en AirB&B. Ze vergroten de markten van vervoer en overnachting. Ze democratiseren die markten ook. Veel meer mensen doen mee. Meer aanbieders, meer afnemers. 

Ook in de politiek. De AfD is in Duitsland aan het winnen omdat er mensen op stemmen die eerder niet kwamen opdagen. Je kunt gruwen van hun populistische (en misschien zelf ondemocratische) opvattingen, maar ze bevorderen op hun manier wel de democratie: er komen meer mensen op de been.

Zo heeft Barack Obama ook tweemaal de verkiezingen gewonnen. Hij trok nieuwe stemmers, met name jongeren, zwarten, latino’s, vrouwen – die niet in die getale de deur uitgingen voor Hillary Clinton. Wie nieuwe kiezers mobiliseert – vaak door hoop op iets beters te belichamen – verstoort de bestaande verhoudingen.

En je kunt het ook toepassen op de stormachtige opkomst van het Christendom, tweeduizend jaar geleden. Jezus Christus zette de boel in Jeruzalem behoorlijk op zijn kop. Hij mobiliseerde (met de hoop die hij belichaamde) velen – met name mensen die zich weinig gehoord wisten (armen en zieken) en buitengesloten voelden (hoeren en tollenaars).

In je persoonlijke leven kan het ook gebeuren, een verstoring van de orde. Je zit er niet op te wachten. Maar het gebeurt wel, en meestal overkomt het je. Je verzet je, want je wilt het niet. Onrust, ongemak, ongeluk. Vaak gaat het om verlies.

En waar je in de loop van je leven achter kunt komen is dat – terugkijkend – het aanvankelijke verlies de aanloop was, en de doorgang bleek te zijn naar een volgende stap in je leven. Je werd op jezelf terug geworpen, en daar diep in jezelf vond je ook de oplossing. 

zaterdag, november 12, 2016

Heb je zin in je leven? Poortlezing 20 november


Jauchzet, frohlocket! Auf, preiset die Tage!

Heb je zin in je leven?

Poortlezing, zondag 20 november, 15 uur

De Génestetkerk, Oude Delft 102, 2611 CE Delft

Hoe kunnen we meer genieten van onszelf, van elkaar en van het leven? En wat te doen met tegenslag, pijn en verdriet? En wat hebben de liefde en God daarmee te maken?

Daar gaat André Meiresonne een opgewekt en opwekkend verhaal over vertellen – persoonlijk en recht voor zijn raap, relativerend en hoopvol.

André volgt de Master Spiritual Care aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Van huis uit is hij bestuursjurist. Werkte twintig jaar in de marketing en communicatie, en vijftien jaar als trainer en coach op het gebied van persoonlijke groei en ontwikkeling. 

Hij noemt zich ‘Dominee voor de ongelovigen’.
Wil je al een voorproefje? Kijk dan vast hier even > 

maandag, oktober 03, 2016

Het leven heeft geen zin. Heb je zin om te leven?

Stel… Het leven heeft geen zin. Tenminste, in de zin van een hogere zin. Zo’n zin waar je zo graag in zou geloven. Het zoeken naar die zin brengt je op plekken waar het heldere denken je geen steun meer biedt. Je geest produceert onnavolgbare gedachten die je doen geloven dat ‘alles klopt’. Maar ze bieden je geen oplossingen wanneer het er op aan komt: bij tegenslag, als je ziek wordt of wanneer je dood gaat.

Stel… Gebeurtenissen hebben geen betekenis. Tenminste, betekenis  in de zin van een groter verband: ‘Dat kan geen toeval zijn!’ Maar dat is het juist wel, gebeurtenissen zijn ‘random’. Het leven hangt van toeval aan elkaar. Betekenis zien is projectie: je wilt graag iets zien - bijvoorbeeld het goede, of juist het kwade - en je zult het ook zien. Maar ‘helaas, pindakaas’: je gelooft in een illusie.

Stel… Er bestaat geen god. Tenminste, er bestaat geen persoonlijk god. Zo’n god waarmee we zijn groot gebracht – thuis, op school, in de kerk. Er is geen opperwezen dat ons in de gaten houdt. Geen strenge vader die ons straft en beloont, en evenmin een heilige moeder die zich liefdevol over ons ontfermt. Er is geen hemel gevuld met lieflijke engelen, en geen hel onder leiding van een bloeddorstige duivel.

Zo bezien heeft het leven geen zin. Gebeurtenissen hebben geen betekenis. En een god die voor je zorgt bestaat niet, net zo min als een god die je straft. Zin, betekenis, god – vergeet het maar – we noemen het geloof, maar het is allemaal bijgeloof. Bedoeld om houvast te bieden, maar ergens weet je ook wel: ik houd mezelf voor de gek. 

Maar… Als het leven geen zin heeft, je geen betekenis kunt verlenen aan wat er gebeurt, en er ook geen persoonlijke god is, wat maakt het leven dan nog de moeite waard? En hoe kun je nou leven zonder enig houvast? 

Door te leven, voluit te leven. En er dan achter te komen wat werkelijk telt. Te ontdekken dat er in ieder geval één ding is dat het leven de moeite waard maakt: liefde. Liefde die groter is dan jezelf. Liefde die je doet groeien, die je optilt, die je vrij maakt. Liefde zonder voorwaarden. En misschien zou je dat ‘God’ kunnen noemen.

Daar gaat wel iets aan vooraf: niets meer willen, niets meer hoeven. Je betreedt het gebied van ‘Uw wil geschiede…’ 

Volkomen overgave. Wat een ruimte, wat een rust.


dinsdag, juli 05, 2016

Werkelijk geen idee – Over de blinde vlek van 'ons succesvollen'

Reaguurders ervaren een gebrek aan macht over hun eigen leven. Hen beschimpen om de manier waarop ze hun zorgen uiten, is dan wel het laatste dat we moeten doen.

'Allemaal nette mensen', denk ik als ik binnenkom bij een Politiek Café van ProDemos. We gaan het hebben over 'reaguurders'. Welkom op een avondje over het volk, waar dat volk zelf niet bij is. Het doet denken aan een studiebijeenkomst van antropologen. Of een D66-congres. Hoogopgeleid, vooral hoogopgeleid.

Lekker elitair stukje tot zover. Ironie als wapen van iemand die denkt dat-ie geletterd is. Maar dat denken de reaguurders ook. Die voelen zich ook goedgebekt. En sinds kort schrijven ze op wat ze anders alleen maar zeiden. Nou ja, schrijven. Ze kloppen het in. Zonder spellingscontrole, zo te zien. Geen 545+ score voor de CITO-toets. Zoals wij van onze kinderen gewend zijn. 

Huppakee, weer grappig ten koste van anderen! Maar wat maakt het uit? Ze lezen dit toch niet, een blaadje van het wetenschappelijk bureau van de meest hoogopgeleide partij van Nederland, dat toch alleen maar wordt gelezen door zzp-consultants en beleidsambtenaren. 

Daar in het Politieke Café zaten twee bijzonder beschaafde mensen voor de zaal, Alexander Pechtold en Bas Heijne. De partijleider, mild en gelouterd, noemt het reaguren "een wat onhandige schreeuw om aandacht". En de columnist ziet nog wel een lichtpuntje. Dat bijvoorbeeld de voorgenomen benoeming van Guido van Woerkom tot Nationale Ombudsman niet doorging nadat hij in de sociale media was afgemaakt. Niet zo netjes natuurlijk. Maar, zei Heijne: "Soms is het gewoon de waarheid die aan het licht komt. Uit alle interviews die hij heeft gegeven, bleek dat hij volledig ongeschikt was voor deze functie." 

Wat zegt Bas Heijne daar nou? Dat de waarheid aan het licht komt? Wiens waarheid? Die van hemzelf. En dan is een openbare terechtstelling wel geoorloofd? Blijkbaar wel. Maar laat dat nou net de redenering zijn die reaguurders ook gebruiken. Die zullen wel eens even zeggen hoe het zit. Recht voor z’n raap, zoals je dat ook thuis, op straat of langs het veld zegt. En wat is dan het verschil tussen "volledig ongeschikt voor zijn functie" en "wat een ongelofelijke lamlul"? De vorm, niet de inhoud. 

Die avond ging het dus over de vorm. Die beschaafde vorm waar heel veel mensen domweg schijt aan hebben. Altijd al gehad, maar dat hoorde je niet. De 'opstand der horden' revisited? Dat klinkt lekker dramatisch, en het is natuurlijk ook vet om hier Ortega y Gasset (ken je klassieken!) aan te halen. Maar misschien is er toch iets anders gaande. Zoals Paul Frissen ooit opmerkte: "De Tokkies beleven nu hun jaren zestig." Iedereen eist nu dezelfde rechten op, iedereen claimt zijn eigen vrijheid en zijn eigen ruimte, iedereen mag meepraten. Democratie, weet je wel? Zelfbeschikking. Individuele ontplooiing. Waar D66 ooit voor is opgericht. En hoe reageren we? Zoals je van de machthebbers en de elite mag verwachten. Afhoudend en afwijzend. Want de vorm deugt niet. We vinden het onbeleefd en onbeschaafd. 

Maar wat is meer zorgelijk stemmend? De toon van de reaguurders? Of de reactie van de heersende klasse? Allebei even zorgelijk natuurlijk. Alleen ga je aan het eerste niets veranderen. Mensen braken nu via hun toetsenbord uit wat tot voor kort binnen de muren van huis, werk, kroeg en club bleef. Nu is het dankzij de onvolprezen sociale media out in the open. Maar de teleurstelling is al ingebakken. Want helaas, bijna niemand leest hun reacties. Ja, er worden zorgelijk stemmende avonden voor zorgelijk gestemden over belegd. Maar die gaan over de vorm. De inhoud – hun mening! – valt in een peilloos diep gat. Je hoeft niet hoogbegaafd te zijn om te begrijpen dat jouw stemt domweg niet meetelt. Al zegt de politiek – net als je baas, de dokter en al die andere boven je gestelden – natuurlijk van wel. Je wantrouwen wordt dagelijks gevoed.

Waarmee gezegd lijkt dat we het hier over een intelligentieprobleem hebben. Maar het ligt iets subtieler. Het is een machtsprobleem. Politieke macht, sociale macht. Macht over de wereld om je heen begint met macht over je eigen leven. Locus of control. Wie bepaalt jouw leven, jijzelf of je omgeving? Dat is de onderliggende vraag, en daarmee ook de scheiding tussen mensen. De reageerders overkomt het leven. Ze voelen zich er niet tegen opgewassen. Maar dat is niet aan intelligentie of status gebonden. Was het maar zo simpel. Een analfabete kamper kan bijzonder zelfbewust zijn, terwijl een ict'er met een PhD een groot gebrek aan eigenwaarde kan hebben.

Het zijn de mensen die zeggen "ik heb vertrouwen in mijzelf, het leven en de toekomst" tegenover de mensen die daar een stuk minder zeker van zijn. En die scheiding loopt dwars door de bekende sociologische stratificaties heen. Dus vergeet de tegenstellingen hoog- en laagopgeleid, stad en platteland, elite en volk. Je besef van meer of minder macht over je leven bepaalt je levenshouding, inclusief de aard van je reacties. En niet te vergeten je stemgedrag – ook een vorm van reageren.

Terug naar het keurige avondje in het Politiek Café. Wat willen reaguurders? De partijleider van D66 zegt dat ze aandacht willen. Maar het is geen schreeuw om aandacht, was het maar zo makkelijk. Het is een schreeuw om rechtvaardigheid, die verder gaat dan een schreeuw om meer inkomen of snel geholpen worden in de zorg. De aanvoerders van het om zich heen grijpende "Tegen!" voelen zich tekortgedaan en verongelijkt. Maar eigenlijk zeggen ze: "Ik ben bang – bang voor anderen en bang voor de toekomst. Ik wil me beschermd voelen. Ik ben gewend dat de overheid daarvoor zorgt, maar dat doet ze niet. En daarom ben ik boos. Dus iedereen die nu veiligheid en zekerheid belooft, kan op mijn steun rekenen."

En daar staan we dan, wij van D66, met ons geloof in de eigen kracht van mensen. We hebben werkelijk geen idee – want wij zijn nu eenmaal succesvol.

Deze column verscheen in juli 2016 in de rubriek De knuppel in het hoenderhok van IDEE, het magazine van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66.

dinsdag, mei 17, 2016

Bruut eerlijk


Mijn vader ging dood. En op het allerlaatst heeft ie me voor een tweede keer opgevoed. De eerste keer deed ie voor hoe je door goed leren en hard werken een eind kunt komen. De tweede keer deed ie me voor hoe je kunt loslaten en je kunt overgeven. Ik kende hem als wat formeel en afstandelijk – de geboren gemeentesecretaris. Bijna dood werd hij open en kwetsbaar, toegankelijk en relativerend – de vader waarvan ik me zo vaak van had afgevraagd: Waar ben je? Daar was ie dan, op zijn 85e.

Je kunt op een leeftijd komen dat het je niet meer uitmaakt. Mijn vader moest er 85 voor worden. Ik was net 58. En ik besloot niet te wachten tot bij mij de cijfers zouden zijn omgedraaid. Ik wil er nu zijn – helemaal, niet voor de helft. Mijn vader liet me op het laatst zien dat je vrij kunt worden. Vrij van conventies, vrij van hoe het hoort. Vrij van knellende banden en opgelegde kaders. Ik besloot mezelf te verlossen van mijn eigen regime.

Waaruit bestaat dat regime dan? Alles waar ik niet bewust ‘Ja!’ tegen gezegd heb. Alles waar ik onbewust in terecht gekomen ben. Alles waarvan ik me afvraag: Hoe bestaat het dat ik hiermee akkoord gegaan ben? Alles wat me niet goed voelt – maar waarvan ik het doodeng vind om het aan te kaarten. Alles wat nou eenmaal gaat zoals het gaat. Alle verbanden, verbindingen en verplichtingen waar ik niet blij van word. Alles wat knelt, en alles wat schuurt. Alles waarvan ik op een dag, terugkijkend op mijn leven, zal denken: WTF? Waarom doe ik dit?

 ‘Je hoeft helemaal niets!’ En: ‘Er is niets aan de hand!’ Diepe wijsheden. En ga het maar eens doen. Want de voorbeelden dat je wel van alles moet razen nu al door je hoofd. En datzelfde hoofd schreeuwt nu al dat er wel degelijk van alles aan de hand is. Alles wat zich in jou aan bescherming heeft opgebouwd gaat zich nu verzetten. Je systeem schiet in de stress. Want niets hoeven doen omdat er niets aan de hand zou zijn, dat is voor op vakantie, of voor na je pensioen. En tot die tijd moet je echt van alles, en is er ook van alles aan de hand.

Ik doe er niet meer aan mee. Niet omdat ik zo flink ben, maar omdat ik het niet meer trek. En omdat mijn vader mij heeft laten zien dat het anders kan. Je kunt ophouden met veinzen en bang zijn. Hij werd licht en luchtig – terwijl hij doodging. Niet van de morfine, want die kreeg ie niet – wat paracetamol, dat was alles. Nee, hij werd ziek en wist dat ie snel dood zou zijn – en hij kwam tot leven. Hij werd de vader die ik gemist had. Een man die op het allerlaatst begreep waar het in het leven om gaat: dat je leeft. En niet een beetje, maar helemaal. Met alles wat je in je hebt.

Ik wil schaamteloos leven. Het zou wat zijn. Me nergens meer voor generen. Alles mag, en niets hoeft. Het tegenovergestelde van ‘Niets mag, en als het wel mag, dan moet het’. Losbreken van het calvinisme dat diep in mijn genen zit. Niet boos worden als iemand mijn neuroses noemt wat ze zijn: neuroses. Lachen om de bizarre vormen die mijn verdediging heeft aangenomen. Me verbazen over wat ik doe om te overleven. Mijn angsten met liefde beschouwen. En het belangrijkste: nooit meer bang zijn om wat dan ook te vinden. Hoe ongepast, en hoe ongebruikelijk ook.

Als ik zo durf te leven kan ik misschien nog iets betekenen, iets toevoegen. Door bruut eerlijk te worden. Omdat ik weet dat ik niets te verliezen heb – behalve mijzelf en mijn integriteit. Want ik heb nu van dichtbij gezien dat je toch doodgaat, vroeg of laat. En dat je daar niet bang voor hoeft te zijn. Bruut eerlijk zijn, wat kan ik anders? Ik trek het niet meer om nog langer mezelf en anderen voor de gek te houden. Want ik schiet er niets mee op. Ik krijg er geen waardering voor en verdien er geen respect mee. Bruut eerlijk zijn. Het gaat me relaties kosten – en liefde opleveren. In ieder geval voor mezelf. En misschien van mijn kinderen. Als ik het er niet om doe.

Wat je hiermee kunt? Ligt aan jou. Misschien ben je het ook zat. En wil je tot je pensioen (67!) compromisloos werken. Ongewild het voorbeeld zijn voor alles wat na jou komt – omdat jij inmiddels weet hoe betrekkelijk het leven is.

Verschenen in: Tijdschrift voor Management Development | Zomer 2014

woensdag, maart 23, 2016

‘Ik wil dat iemand me begrijpt!’




Laatst ontmoette ik Murat, een Marokkaanse Nederlander. Op een studiemiddag over radicalisering, aan de Universiteit voor Humanistiek. Een hartelijke kerel. Gevoelige man ook. Moslim, met een baard. Helemaal zoals je je een orthodoxe moslim voorstelt. Op vrijdag in een witte jurk naar het gebed. Hij zet zich in voor de allerarmsten en zieken, in Nederland en Marokko, richtte er een stichting voor op. Hij werkt er met hart en ziel aan.

Hij liep niet lang geleden rond met plannen om aanslagen te plegen. Hij was een geradicaliseerde jonge moslim. Hij kon er niet meer tegen dat onschuldige mensen zomaar worden gedood, beter: vermoord. Met name beelden uit Israël en de bezette gebieden maakten hem woedend. Gedode Palestijnse kinderen. Zo onrechtvaardig. Hij vond dat iets moest gaan doen. 


Hij zag doorlopend oorlogsbeelden, op Arabische zenders. Eigenlijk de hele dag door. Dat kwam omdat hij alleen zat in een kamer. Hij woonde weer bij zijn ouders. Die riepen hem voor het eten. Verder kwam hij zijn kamer niet uit. Hij was depressief, liep met zelfmoordgedachten. Niet lang daarvoor was hij gescheiden. En zijn kind mocht hij van de rechter niet meer zien. 


Hij voelde zich boos, onmachtig en gefrustreerd. Hij zocht troost voor zijn pijn over het verlies van zijn kind. En wist steeds minder wie hij was. Hij zocht houvast en zekerheid. Die vond hij in de radicale islam. Eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen. Zonder naar zijn persoonlijke problemen te hoeven kijken. Want die leken verdwenen. Hij had weer een doel in zijn leven.
Hij liet zich ronselen. En liep in de kijker bij de veiligheidsdiensten. 


Hij kwam in een deradicaliseringsprogramma terecht. Met mensen die hem 1-op-1 begeleidden. Waar hij kon werken aan wat ze noemen ‘een tijdelijk gat in zijn natuurlijke weerbaarheidsbarriere’. ‘Ik wil dat iemand me begrijpt!’ was zijn noodkreet.  En zo iemand vond hij: Abdelilah, coach en zelf moslim, die met veel liefde en geduld met hem aan het werk ging.

Hij leerde dat in de biografie van de Profeet staat dat je geen onschuldigen mag vermoorden. Inmiddels vraagt hij zich af: ‘Hoe kan ik ook zo hebben gedacht?’ En kan hij lachen als hij, in zijn witte djellaba op weg naar het vrijdagsgebed, op straat hoort: ‘Sensation White begint pas morgen hoor!’ En kan hij ook horen hij dat met zijn inspanningen voor zijn stichting even radicaal bezig als is in zijn vorige leven. Maar nu voor een goed doel.


Ik kan me nauwelijks voorstellen dat zo’n hartelijke kerel als Murat zichzelf en anderen wilde opblazen. Maar als je geen verbinding meer met jezelf en je omgeving voelt kan het blijkbaar zover komen. Je kunt zo teleurgesteld, gekwetst of beschaamd zijn dat het je allemaal niet meer uitmaakt. En dan ben je van het padje af. Om er weer op te komen heb je geluk nodig. En dat had deze man. En wij. Dankzij een betrokken ander. Een moslim. 


https://www.remonstranten.nl/blog/inspiratie/murat-zag-geen-andere-weg/

Je bent een Mauerspecht!












Jij bent een Mauerspecht! zegt hij tegen me, als ik bij hem op bezoek ben in Berlijn. 
Klinkt leuk, maar wat is dat dan?
Mauerspechte waren mensen die met hamer en beitel de Berlijnse Muur te lijf gingen. Vanaf de dag dat de Muur viel. Stukje voor stukje sloopten ze ‘em.

Okee, maar wat heeft dat nou met mij te maken? vroeg ik verder.
Nou, dat doe jij ook. Jij breekt de muur van mensen af!
Oh… Klinkt heftig, probeer ik nog.
Wat jij doet is schoonheid ontmaskeren!
Het wordt steeds gekker, dat klinkt helemaal niet best.
Jawel, hield hij vol. Jij hamert en beitelt net zo lang tot de schoonheid van mensen helemaal tevoorschijn komt. Je sloopt hun muur.

Hij heeft gelijk. De wereld is veel mooier zonder maskers. Al zitten er wel hele mooie bij. 
En als ik achter een muur schoonheid vermoed ga ik inderdaad slopen. Tot ik iemand echt kan zien.
 Is trouwens ook dagwerk met mezelf. Om mijn eigen muur af te breken. Nog altijd, en steeds weer. Maar wel de moeite waard. Leven zonder muur. Vrij.

woensdag, januari 06, 2016

Tranen die je tegenhoudt maken je moe en boos. En uiteindelijk ziek.


We hebben allemaal pijn. En we hebben allemaal verdriet. Het is niet anders. Het hoort bij het leven. Op een dag kom je erachter dat weglachen niet meer helpt. Of hard werken. Of verdoven. Allemaal vormen van ontkenning. Manieren die je jezelf hebt aangeleerd om verder te kunnen met je leven. Meestal na een ontregeling. Tegenslag. Er gaat iets niet goed. Je krijgt niet wat je hoopt, waar je op rekent dat gaat niet door. Vroeger thuis, of op school. Nu in je relatie, of op je werk. Iets met kinderen en familie. Er gebeurt iets onverwachts met een grote impact. Niet fit, geen werk, of je relatie gaat over. Ziekte of dood, misschien heel dichtbij. Het ontregelt jou, het ontregelt je leven.

Wat het ook is, de vraag is: hoe ga ik ermee om? Vaak is je reactie: doorgaan. Een kwestie van overleven. Je neemt je niet de tijd om wat er gebeurd is te verstouwen en te verteren. Geen tijd voor verdriet. Je wilt ervan weg, je wilt verder. Begrijpelijk, maar niet handig. Want je verdriet slaat zich op, in jou. Zonder dat je het in de gaten hebt zitten die tranen daar ergens. En ben je  – helemaal onbewust – bezig om ze daar te houden. Je wilt er niet meer aan denken, dat stuwmeer vol tranen. Maar ondertussen bepaalt het je wel – meer dan je in de gaten hebt.

Zo is veel onderhuidse spanning te verklaren. Je wordt er moe en boos van om die tranen tegen te houden. Je kunt er zelfs ziek van worden. Je gedrag kan je er een aanwijzing voor geven. Je bent luidruchtig of weglachend, klagend of afgesloten – allemaal vormen van tegenhouden. Als je dat gedrag kunt herkennen kun je ook een begin maken met verwerken. Erkennen wat er aan de hand is. De werkelijkheid onder ogen zien: ‘Dit is mijn leven. En het gaat niet zoals ik hoopte. Het valt me zo tegen.’ En dat omarmen: ‘Maar het is wel míjn leven. En er is er maar één die er wat van kan maken. En dat ben ik.’ De doorgang naar een gelukkiger leven. Waar altijd wat te beleven is, waarin het meezit en tegenzit. Waarin je kunt lachen en huilen. En je tranen mogen stromen. Omdat ze nu eenmaal bij het leven horen. 

Durven voelen. Ik vind het doodeng. Maar er is een beloning. Wat ik merk is dat tranen van geluk makkelijker komen als mijn tranen van verdriet er mogen zijn. Dan raak ik ontroerd, als ik voel wat iemand voor mij betekent. Of ik schiet vol, als iets me echt raakt. Dat kan bijna pijn doen – in mijn hart. Daar maak ik me maar geen zorgen over. Mijn hart zal er wel aan moeten wennen dat het iets voelt. Mag voelen. Van mij. Als ik mijn tranen niet meer probeer tegen te houden. Misschien is het wel de redding van mijn hart. En uiteindelijk de redding van mijzelf. Door mijzelf. Als ik durf te voelen. 

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More