Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

donderdag, mei 22, 2014

Je weet meer dan je denkt. Niet met je hoofd. Met je gevoel.


Weten zit niet in je hoofd. Kennis wel. Maar kennis is iets anders dan weten. Weten gaat verder, is omvattender. Voor kennis is intelligentie nodig. Beter gezegd, analytisch vermogen. Maar weten gaat voorbij je hoofd. Weten is niet iets van de kenniselite. Weten gebeurt in alle kringen, weten is van alle rangen en standen. Weten is democratisch, kennis niet. Kennis kun je kopen, kennis is macht.

Weten heb je bij je en is onvervreemdbaar. Weten leer je in de loop van je leven. Daarom zijn oude mensen soms wijs. Maar evengoed zijn er wijze kinderen. Die daar overigens niet altijd om gewaardeerd worden. Misschien komt dat door het kennissysteem waar onze maatschappij op draait: hoe meer kennis, hoe meer macht.

Wat zou er gebeuren als er meer ruimte komt voor weten? Dat kun je zelf uitvinden. Boor je weten aan. Geef bijvoorbeeld je kinderlijke stukken de ruimte. Ga spelen. Want spelend als een kind weet je zo veel. En voel hoeveel je begrijpt van het leven als je spelend durft te vertrouwen op je diepe weten.

Of stel je voor dat je heel oud bent en niets meer hoeft. Dat relativeert enorm. Ineens weet je wat er toe doet, en wat niet. Of praat met kinderen zoals oude mensen dat kunnen. Vraag eens aan een kind: ‘Hoe doe jij dat nou?’ Verwonder je over hun wijsheid.

En je kunt oude mensen naar hun levenslessen vragen. En ze toepassen in je eigen leven. Nu al oefenen in levenswijsheid. Dan hoef je niet eerst zestig, zeventig of tachtig te worden voor je er voluit van kan genieten. 

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More