Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

maandag, juli 30, 2012

Ik oordeel, dus ik besta (Je ego, wat moet je ermee? deel 3)

Door te oordelen, door iets van een ander te vinden, beperk je je zicht op die ander. Of het nou een positief of een negatief oordeel is, dat maakt niet uit. De ander is bijvoorbeeld leuk, of goed, of mooi, of fantastisch. Of vervelend, naar. Maar die ander is van alles! En je beperkt je beeld van de ander tot je oordeel over die ander. Waarmee je de ander per definitie tekort doet omdat je de ander niet meer als een geheel met heel veel kanten kunt zien. Als je iemand heel aardig vindt, of helemaal okee, dan is het best lastig om er iets minder aardigs aan op te merken. Want dat past niet in het plaatje dat je van die ander gemaakt hebt. Hetzelfde geldt andersom: iemand deugt niet – en kan dan ook weinig goeds meer doen. Door het plaatje dat je erop geplakt hebt. Op die sticker staat: Beperkt zicht! Om het verschil tussen waarnemen , oordelen en voelen te ervaren kun je het weer gebruiken. Bijvoorbeeld zonneschijn. ‘De zon schijnt,’ of: ‘De zon schijnt niet’ is een waarneming. Het doet (nog) niets met je, het is gewoon zo. ‘Goed dat de zon schijnt!’ of: ‘K... dat de zon niet schijnt!’ is een oordeel. Dat kun je ook voelen in je lijf. Je voelt waarschijnlijk iets samentrekken. ‘Fijn dat de zon schijnt’ of ‘Jammer dat de zon niet schijnt’ is de uitdrukking van een gevoel. Je voelt je blij of teleurgesteld. En misschien voel je in je lijf iets open gaan. Het is je ego dat zich van oordelen bedient: ‘Ik oordeel, dus ik besta.’ Om zich te onderscheiden – wat zomaar kan uitlopen op afscheiden. Want oordelen vernauwt. Het vernauwt het zicht op de ander. Eigenlijk zie je de ander niet meer. Je kijkt naar het beeld dat je van die ander gemaakt hebt. Je relatie bestaat op een gegeven moment uit de oordelen die je over elkaar hebt. Goed mens, fantastische kerel, klootzak, lul, toffe peer, lieverd, trut, ect. En we raken in verwarring als dat beeld niet klopt: de lieverd kan niets fout doen, en de klootzak kan niets goed doen. Daar komt nog bij dat de meeste oordelen ook nog projecties zijn. Spiegelingen, die vooral iets zeggen over degene die oordeelt. Look who’s talking. En kinderen weten het: ‘Wat je zegt ben je zel-luf..!’ (Wordt vervolgd - Dit is een aflevering uit de feuilleton andre-speelt-met-zijn-ego op de site van hetkind, een platform voor iedereen die is toegewijd aan de ontwikkeling van kinderen en jonge mensen.

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More