Wonderlijke tijden. Verstoring van de bestaande orde. Wat voor jou belangrijk is wordt bedreigd – en je zoekt steun, houvast, geborgenheid. Je behoefte aan zekerheid groeit, maar waar vind je die nog? De werkelijkheid schreeuwt je toe: ’Je bent op jezelf aangewezen!’ Ben je dus alleen? Nee! Want we zijn hier samen. Niemand is alleen. En we hebben elkaar nodig. Meer dan ooit. Deze tijd vraagt om tevoorschijn komen. Laten zien wie je bent. Je niet meer verschuilen maar meedoen. Inbrengen wat jij kunt bijdragen – door te doen waar jíj blij van wordt. En je door niets of niemand meer bang laten maken. Wanneer je de moed kunt opbrengen om voluit te leven – recht uit je hart, en geholpen door je hoofd – ben je minder alleen dan je denkt. Dan kun je steun, houvast en geborgenheid ervaren. Bij jezelf, en bij de ander. En dan heb je ook wat te geven – dan geef je wie jij in wezen bent.

woensdag, maart 28, 2012

‘Hullie!’ ('Ik' zeggen)


Misschien wel het meest irritante aan de politiek... Iemand moet altijd de schuld hebben. Want hoor je nou eigenlijk als een politicus praat of twittert? ‘Zij’ dit, en ‘zij’ dat. En ‘zij’ zijn dan niet goed. En ‘wij’ uiteraard wel. De ander deugt niet. En ‘wij’ vanzelfsprekend wel.

Daarom zijn politici ook zo voorzichtig. Want morgen kunnen zij zelf de schuld krijgen. Dat krijg je van al dat een ander de schuld geven. Wie de bal kaatst kan hem terug verwachten. Dus daar begint ook het grote indekken. Als wij het maar niet gedaan hebben! ‘It wasn’t me...’

Daar begint ook het voor de gek houden. Want als je de hele dag door vertelt dat de ander niet deugt, houd je boel voor de gek. Want dat kan helemaal niet. Dat er echt niks deugt. Pim Fortuijn heeft het tot kunst verheven: ‘De puinhopen van Paars’. En nu is het goed gebruik.

Het ge-’Zij!’ is de nette vertaling van ‘Hullie!’ Het is taxichauffeurspraat. Die kunnen feilloze analyses ten beste geven van de toestand op straat en in het land. Meestal is het pijnlijk waar. Even pijnlijk zijn hun oplossingen. Meestal een verbod, of gewoon de doodstraf.

En om even door te gaan over taxichauffeurs: die praten graag over anderen. En geef toe, wie niet? Ik nu ook, over taxichauffeurs :-) Waar het op neer komt: een ander heeft het gedaan. De ander moet veranderen. De ander moet zich aanpassen. Of de ander moet vertrekken.

Het zou wat zijn als we ‘Ik’ gingen zeggen. Verantwoordelijkheid nemen voor onszelf. In plaats van ons druk te maken over een ander. ‘Wat kan ik doen?’ Daar kun je elke ochtend de dag mee beginnen. Sorry, daar kan ik elke ochtend de dag mee beginnen...

Laatst sprak ik een taxichauffeur. Gelijk maar gezegd, het was een vrouw. Van middelbare leeftijd. Wat een verstandig mens... Ze vertelde dat ze in opleiding was tot buschauffeur. Haar docent zei dat je een bepaald traject in een kwartier kon rijden. Ze geloofde er niets van.

Wat ze niet deed was stennis maken. Of eindeloze discussies voeren. Steun zoeken bij de andere deelnemers. ‘Hij!’ dit of ‘Hij!’ dat. Ze regelde een lege bus, en zei: ‘Kom. We gaan rijden.’ Na een kwartier waren ze nog niet halverwege het traject. Het was duidelijk. En klaar.

Ik zal niet meer mutsen over taxichauffeurs met hun ge-‘Hullie!’ Of over politici die ‘Zij!’ zeggen. Ik zal zelf ‘Ik ‘ zeggen als ik vind ergens iets van vind. En ik zal me beperken tot wat ik er aan kan doen. Een stukje op m’n blog schrijven. Vragen wat jij ervan vindt. En, wat vind je er van?

maandag, maart 26, 2012

Hulp vragen


Wat vind ik het lastig om te zeggen: ‘Ik zit ergens mee... Wil je me helpen?’ En wat een opluchting als ik dat toch doe.

En altijd word ik weer geholpen. Vaak wel anders dan ik dacht of wilde. Maar ik word geholpen. In ieder geval tot nu toe.

En niemand vind het raar. Sterker nog, ik merk dat mensen het fijn vinden – fijn dat ik mijn twijfels toen, en fijn om te helpen.

maandag, maart 19, 2012

Handig (Het slimste jongetje)


Op de lagere school was ik het slimste jongetje van de klas. Eigenlijk verveelde ik me, er was voor mij niet genoeg te leren.



Tot ik samen met het domste jongetje van de klas, die het niet lukte om genoeg te leren, de brommer van de juf moest schoonmaken.

De grijze Mobylette van juffrouw Moorees, ‘juffrouw motorsjees’. Poetsen en boenen. Met aluminiumfolie (net uitgevonden) de roest van de velgen laten verdwijnen.



Toen leerde ik dat ik niet echt goed was in werken met m'n handen. En dat het domme jongetje een stuk handiger was, en het nog slimmer aanpakte ook. ‘Goed voor de nederigheid’

Wat ik me ondertussen afvraag is: was het van de juf nou een opvoedkundig briljante zet, of een slimme truc om van ons af te zijn? Of allebei? Ik weet het niet.

dinsdag, maart 13, 2012

Breken om open te gaan


Het is jaren geleden dat ik hem gezien of gesproken heb. Hij heeft de crisis aan den lijve ondervonden. Van zijn bedrijf van tien mensen rest nog één man, hij zelf. Zijn vrijstaande huis werd een flat.

Maar hij is niet failliet gegaan, iedereen is betaald. Zijn relatie is steviger dan voorheen, en ze willen nu graag een kind. Hij is afgevallen, en gaat daar mee door. Hij is steeds zekerder van zijn geloof.

En hij is opener dan ooit. Hij vertelt wat hem raakt, en dat kun je aan zijn ogen zien. Hij hoeft zich niet meer groot te houden, laat zich minder gelden. Hij vindt het genoeg om er te zijn.

‘Blijkbaar moest ik breken om open te gaan,’ zegt hij.


‘There is a crack in everything, that’s how the light gets in.’
Leonard Cohen, Anthem

maandag, maart 05, 2012

Ik wist niet dat ik gelukkig was



Een workshop voor professionals. Over belemmeringen in ons dagelijks functioneren. Een onderzoek naar onderling gedoe – waar je zomaar in verzeild kan raken. Allemaal afleiding van wat je wilt: met plezier samen werken. En nodeloos verlies van energie – die je wilt besteden aan je passie, aan je werk. Niet aan gehannes met collega’s.

Via een visualisatie gaan we terug naar onze jeugd. Waar was je? Wat was je aan het doen? Hoe voelde je je toen? En wat is het grootste verschil met nu? Een deelnemer antwoordt: ‘Dat ik toen niet wist dat ik gelukkig was...’ Hij probeerde niet gelukkig te zijn. Hij was het gewoon. Had nergens spijt van. En geen zorgen. Geen verleden, geen toekomst. Hij leefde in het heden. Hij was gelukkig, in het nu. Zonder het zich bewust te zijn. Hij had er geen weet van.

Gelukkig maar, hij wist niet dat hij gelukkig was. Anders zou hij gelukkig willen blijven. En daar word je gegarandeerd ongelukkig van. Want gelukkig willen zijn werkt niet. Willen kan je van A naar B brengen. Maar je wil schiet tekort als het over geluk gaat. Erover denken helpt ook niet. Gelukkig zijn gebeurt in je hart. Je kunt het voelen als je niets wilt, en nergens aan denkt. Als een kind. Spelend en blij. Nog onbevangen.

[Verschenen als column op hetkind]

Twitter Delicious Facebook Digg Stumbleupon Favorites More